PIETERMAN EMIGRANTEN UIT GRONINGEN
Groningen was in vorig eeuwen een welvarend landbouwgebied met grote boerderijen en was zelfs ooit de graanschuur van Nederland. Maar met de economie kan het zo maar bergafwaarts gaan.
Van 1844 tot 1846 trof de aardappelziekte de akkerbouwers, en de veepest maakte de veeboeren kapot. Ook de arbeiders en knechten kwamen op straat te staan. In diezelfde tijd (1837) scheurde de oude vertrouwde hervormde kerk, onder inspiratie van Hendrick de Cock in Ulrum. Dat veroorzaakte de eerste emigratiegolf.
De tweede landbouwcrisis in 1880 stuurde er nog weer mensen achteraan. Gespecialiseerd in de Noordelijke emigratie naar Amerika in de 19de eeuw is Jan Jongsma uit Burgum. Hij is diverse keren bij de verschillende nederzettingen langs geweest en publiceert er ook regelmatig over.
Honger was de eerste oorzaak
“Aan de overkant van de oceaan kon je goedkoop grond krijgen: een hectare voor een paar dollar. Daar droomde je van: wat hier mislukt was zou daar lukken. De armoede was dus de eerste oorzaak van de emigratie naar Amerika. Voor de overtocht (met zeilschepen) legde je ƒ 35 neer, maar je moest wel zelf je kostje meenemen, doorgaans een kist met scheepsbeschuit en bonen. Duizenden gingen weg uit het noorden, vooral uit Leens, Ulrum, Uithuizen en Usquert (je kreeg trouwens ook migratie van Friezen naar Usquert, want daar stonden allemaal huizen leeg). Een dorp als Niekerk is in die tijd gehalveerd. die zijn naar Michigan gegaan en hebben daar weer een Niekerk gesticht. ‘If you’re not Dutch, you’re not much’, zeggen ze daar. Op dit moment zitten er ongeveer zes miljoen Nederlanders en nakomelingen in Amerika. Voornamelijk noorderlingen.”
Religie was de tweede oorzaak
Ook een reden om te emigreren was godsdienstvrijheid. “De afgescheidenen mochten niet samenkomen met meer dan 20 mensen. Dus als ze met zijn allen in de schuur kerkten, kwam de burgemeester met de veldwachter en kreeg de dominee ƒ 100 en de boer ƒ 30 of 40 boete. Dat hield de mensen niet tegen, de volgende zondag zat het weer vol. Na een keer of drie, vier kwam de burgemeester met een paar veldwachters en werd de dominee ter plaatse in de boeien geslagen en naar de gevangenis afgevoerd. Daarom zeiden de mensen: ‘we hebben hier geen vrijheid meer, we gaan naar dat land waar die vrijheid van godsdienst wel is’.”
Lange bootreis
“De mensen kenden de taal niet en hoorden dat er mensen met geweren rondliepen. Dus ze durfden alleen als er een dominee meeging die kon lezen, schrijven en een beetje Engels spreken. Die Cockse dominees wilden dat wel, en zo kwam in 1847 de uittocht op gang. De bekende dominee A.C. van Raalte, die drie keer werd vastgezet, was later voorman van de emigratie. In de oerwouden van Michigan stichtte men het nieuwe Holland. De overtocht naar New York duurde acht weken, dan ging het noordelijk over het Hudson kanaal, bogen ze af het Erie kanaal op, het Erie meer binnen, dan over Lake Heron en dan pas waren ze in Michigan.
Weinig herinnering
“De eerste lichting immigranten in Michigan kwam uit Gelderland en Overijssel. Daarna kwamen de Friezen (o.l.v. dominee Ypma) en de Zeeuwen (o.l.v. dominee Menken). Die stichtten Vriesland en Zeeland. Daarna pas kwamen de Groningers. In 1847 reed de familie Werkman met nog 26 andere inwoners van Usquert met paard en wagen naar de haven van Delfzijl. Die gingen dezelfde route naar Michigan en stichtten daar Groningen, vlakbij Zeeland, waar 300 mensen woonden. Een eigen dominee was niet meegekomen, zodat ze bij de buren kerkten, vandaar dat ze werden opgeslokt. Er is nog wel de New Groningen Public School en de Groningen Cemetary. Daar kom je de Groningse namen nog tegen, maar dat is het dan ook. Zeeland heeft nu 8000 inwoners en de plaatsnamen Oud- en Nieuw-Groningen (van de tweede groep) zijn verdwenen.”
Industrie
“Werkman schreef in zijn brief: ‘we hebben hier wel uitgaven maar geen inkomsten’. De Groningers hadden geen landbouwkolonies gesticht. Er trokken er dan ook heel wat weg naar een stad als Grand Rapids, want daar was werk in de meubelmakerij. Het dorp Groningen werd een centrum van hout- en steenhandel. Meneer Veenenklaassen zei: ‘Groningers bakken stenen, hier wonen de mensen in houten huizen, dus ik ga een steenbakkerij beginnen’. De tichelwerken, dat was de victorie van de Groningers. Een andere Groninger,Jan Rabbers, zei: ‘ze bouwen hier blokhutten van boomstammen. Maar ik wil van planken bouwen, dus ik bouw een houtzaagmolen’.”
Het Grunneger haukje
“Rond 1850 gaan er ook Groningers naar Chicago, Illinois. Die stad lag (en ligt) in het centrum van het land en was een knooppunt van spoorwegen (een soort Utrecht) en groeide heel snel. Dus was er ook veel afval, en veel Groningers begonnen een afvalbedrijfje. Na de stadsbrand van 1871 stichtten ze de Groninger hoek, dat was een begrip. Het bestaat nog, maar is helaas verpauperd. De tweede landbouwcrisis was in 1880. Toen vertrok veel volk uit Ten Boer, Ten Post en Stedum. Bekende namen zijn Swieringa (je hebt nu nog de Swieringapolder bij Ten Boer), Harssema en niet te vergeten Harm Huizinga uit ’t Zand, die allen naar Chicago gingen, want Groningers trokken Groningers aan.”
Van kar tot concern
“Rond 1900 waren er in die stad 350 afvalbedrijfjes, die $1,25 per lading verdienden en dat ophaalden met handkar of paard en wagen. Bij de oever van Lake Michigan liggen nog hele grote bergen afval. Het grootste afvalbedrijf in de USA is USA Waste, gesticht door die Harm Huizinga uit ’t Zandt. Twee van zijn kleinzonen runnen nu het bedrijf. Als leus had hij op zijn kar staan: ‘uw afval is ons brood en boter’ – in het Nederlands. In 1882 gingen Friezen en Groningers naar Zuid-Dakota en ze stichtten daar (alweer) Friesland. Er zijn in totaal zes Frieslanden in de VS.”
Verleiding
“Ene Theodore Kock kocht grond in de staat Minnesota en plaatste in 1895 een advertentie in de krant: goedkoop en goed land. Het eerste klopte, het tweede niet. Maar het trok wel 40 gezinnen uit de twee noordelijke provincies aan, die scheep gingen. Het is de koelkast van Amerika. Hier vriest het 6 à 7 maanden per jaar. Ze stichtten er weer Friesland en Groningen: twee landbouwkolonies bij elkaar. Friesland kreeg de kerk en het postkantoor en Groningen de zuivelfabriek (nu een ruïne). In het midden kwam de school. De eerste dominee was Borgers. Die zei: ‘het gaat goed met onze kolonies. Met Gods hulp zullen het twee bloeiende nederzettingen worden’. Maar dat kwam er niet uit. De bodem was te steenachtig, en het lage land te drassig om te bewerken, zeker na sneeuwsmelt. Dus wie het kon betalen trok weg, de armoedzaaiers bleven. Rond 1920 sloot de school. Wel zie je veel Scandinavische namen op het kerkhof, die waren aan dat klimaat gewend.”
“Maar de namen staan nog steeds op de kaart en als we er zijn maken we een rondje.”
Willem Pauwelussen
Bron: http://www.regiokrantgroningen.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=656:emigratie-in-de-19e-eeuw&catid=90:regiokrant-14-december-2009&Itemid=113
R. Westerholt en J. van de Pol, ‘Van Groningen naar Groningen, over de Atlantische Oceaan.
Landverhuizing vanuit de provincie Groningen naar Noord-Amerika, 1847-1900’, Historisch
Jaarboek Groningen (2004) 52-62.
http://www.nationaalarchief.nl/emigranten/nl/achtergrondinfo_6.asp
Voor zo ver bekend zijn de onderstaande 20 Pietermannen , vaak met hun gezinnen naar Amerika, Canada en Australie vertrokken,; zij hebben daar een bestaan opgebouwd en (meestal) voor een nieuwe Amerikaanse dynastie Pieterman gezorgd. Sommigen hebben daar echter hun naam van Pieterman in Peterman veranderd.
• Gerrit Willems Pieterman en Grietje Dijkema uit Uithuizermeeden.
Zij vertrokken in 1864 vanuit Bremerhaven via New York naar Illinios, waar zij zich waarschijnlijk in Chicago hebben gevestigd.
• Klaas Pieterman (later Chass Peterman) en Barteldina Watsing.
Zij zijn waarschijnlijk rond 1880 naar Amerika vertrokken en vestigden zich in en rond Muskegon, Michigan.
• Edze Pieterman en Martha Dijk.
Martha en haar 3e echtgenoot + vier kinderen emigreerden in 1881 naar Amerika en woonden in Grand Rapids.
• Klaas Willems Pieterman en Fenje Schoonveld.
Zij vertrokken in 1881 naar Amerika, en woonden tijdens de census 1900 in Grandville village, Kent, Michigan
• Derktje Pieterman en Willem Vlieg.
Zij zijn waarschijnlijk rond 1890 naar Amerika gegaan en vestigden zich in Muskegon., Michigan.
• Jakob Pieterman en Anje Allersma.
Zij vertrekken mogelijk in 1891 met hun zoon Hendrik van 4 maanden naar Amerika, waarschijnlijk naar de omgeving van Kent, Michigan.
• Frederik Pieterman.
Hij is de zoon van Klaas Pieterman en Siepke Kooi en hij is waarschijnlijk als vrijgezel in 1902 naar Amerika getrokken, teruggekomen en in 1907 definitief naar Amerika gegaan.
• Hindrikje Pieterman en Freerk Tigchelaar.
Hij is met vrouw en 2 kinderen naar Amerika vertrokken, waarschijnlijk na 1902. Zij hebben zich waarschijnlijk gevestigd in Englewood, Illinois, USA.
• Elisabeth Pieterman en Eltje Bakker
Zij vertrekken in 1904 naar Amerika met hun 4 kinderen Willem, Tjasse, Hilje en Trientje en vestigen zich in Englewood/Chicago, Illinois. Zij veranderen hun naam in Baker.
• Kornelis Pieterman en Anje Dijksterhuis.
Zij reizen op 10-4-1909 op het schip de Rijndam vanuit Rotterdam en komen aan op Ellis Island op 20 april 1909. Zij vestigen zich in Chicago.
• Hindrik Pieterman en Trijntje de Wit.
Zij zijn in 1927 naar Amerika gegaan en vestigden zich uiteindelijk in Tacoma Washington.
• Dieuwerke (Dorothy) Pieterman .
Zij ging als vrijgezellin (en alleen?) op 24 mei 1913 vanuit Rotterdam naar Amerika waar zij op 2 juni 1913 in New York aankwam. Zij trouwde een jaar later met Pieter Slagter die reeds in 1913 naar Amerika was gegaan. Hij overleed in 1949 en daarna hertrouwde ze met Charles Ray. Zij gingen wonen in Florida: 6th straat, Holly Hill 32017. Daar hadden ze een bloemenkwekerij.
• Jantje Pieterman en Tjark Sikkenga
Dit echtpaar is in 1921 naar Amerika gegaan, waarschijnlijk naar Grand Rapids.
De 3 geëmigreerde kinderen van Harm Pieterman en Bouke van Dam zijn
• Freerk Pieterman (later Peterman)
Hij is in 1928 naar Amerika (Michigan) gegaan in navolging van zijn oom Enno van Dam.Hij trouwde met Theresa Battjes, zij is een, in Amerika geboren, nazaat van Groningers.
• Klaas Pieterman en Nantje Medendorp.
Zij emigreerden in 1947 naar Amerika en vestigden zich in Portage, Kalamazoo Co., MI, USA
• Trijntje Pieterman en Jacob Heuvel.
Zij emigreerden in 1953 naar Canada en gingen wonen in het meest zuid-westelijke deel van Ontario
• Arend Pieterman en Grietje Wildeboer
Dit echtpaar is rond 1963 geëmigreerd naar Canada. Zij gaan wonen in de omgeving van Chatham, Ontario.
• Remge Pieterman en Grietje Pieterman
Zij zijn in 1956 vertrokken naar Australie en zij hebben zich gevestigd in de staat Victoria
• Edze Pieterman
Hij is als vrijgezel in 1959 vertrokken naar Australie; daar is hij met de Australische Janet Trewartha getrouwd en heeft zich uiteindelijk in Aidelaide, South Australia gevestigd.
• Harm Pieterman
Hij is een jongere broer van Edze, is in 1969 ook naar Australie vertrokken en is daar met de Nieuw-Zeelandse Wendy MacGregor getrouwd en heeft zich uiteindelijk gevestigd in Port Lincoln, South Australia.