GENEALOGIESITE INGRID PIETERMAN | pieterman | Offerman | Kleinloog

NAAMTRIVIA

Betekenissen en toepassingen van het woord 'pieterman'
Het woord pieterman heeft volgens de Nederlandse woordenboeken een groot aantal uiteenlopende betekenissen. Voorts heb ik de naam pieterman gevonden in verschillende Nederlandse proza- en liedteksten. Deze toepassingen hebben meestal niets te maken met de familienaam Pieterman maar het is toch interessant en amusant om te zien hoe de 'familienaam' wordt gebruikt en 'misbruikt'.
Ik ontvang graag nog meer voorbeeld van het gebruik van het woord pieterman in taal of als plaatsaanduiding.

I. Het woord/begrip 'Pieterman'
1. Pieterman = een giftige zeevis
2. Pieterman = Sint Petrus/Sint Pieter
3. Pieterman = munten of geld
4. Pieterman = mannelijk geslachtsorgaan
5. Pieterman = bouwkundig begrip
6. Pieterman = geografische/plaatsaanduiding
7. Pieterman = koosnaam
8. Pieterman = Zwarte Piet

II. Pieterman in liedteksten en streekgedichten
A. De nozem en de non van Cornelis Vreeswijk
B. Een streekgedicht uit Waterland, Noord-Holland
C. Streeklied 'Het Scheveningse meisje'
D. De 19e eeuwse centsprent 'Mijnheer Pieterman en zijn hond Tiras'


I. Het woord/begrip Pieterman
1. Pieterman = een giftige zeevis
Deze vissenfamilie omvat een aantal soorten, die voornamelijk in de Oost Atlantische Oceaan voorkomen, langs de Europese en Afrikaanse kusten. In de Noordzee komen maar twee soorten voor:
- de grote pieterman (Trachinus draco), die max. 40 cm wordt en een snuit met korte stekels heeft.
- de kleine pieterman (Echiichthys vipera), die max. 16 cm lang wordt en een snuit zonder stekels.
Beide soorten zijn giftig; pietermannen behoren zelfs tot de giftigste dieren van Europa!

Het zijn bodemvissen met de ogen hoog op de kop geplaatst en giftige stekels in de eerste rugvin en op de kieuwdeksels aan de zijkant van de kop. Ze liggen vaak ingegraven in het zand van de ondiepe wateren voor de kust, alleen de ogen en gevaarlijke eerste rugvin steken boven het zand uit. Zo loeren zij op prooi, meestal kleine (bodem)vissen en kreeftachtigen. Met hun schuin naar boven gerichte bekken kunnen zij gemakkelijk hun prooi grijpen.
Doordat pietermannen vaak ingegraven liggen voor het strand, lopen badgasten zo een grote kans om op een pieterman te trappen,wat meestal een steek in de voet zal opleveren. Deze steek is dodelijk voor kleinere vissen, maar niet voor mensen. De steek is echter wel zeer pijnlijk; indien deze niet snel wordt behandeld, kan de pijn maanden aanhouden.
Als er grote scholen pietermannen voor de kust worden waargenomen, verschijnen dan ook waarschuwingen in de krant en langs het strand. Dit was bijvoorbeeld eerder het geval in de jaren '90 en het komt ook dit jaar weer voor, zoals blijkt uit dit recente artikel in de Telegraaf van 13 juli 2011:

Giftige Kleine Pieterman teistert Belgische kust.
De Kleine Pieterman, een klein giftig visje, blijkt steeds vaker aan de Belgische kust voor te komen, sommigen spreken zelfs al over een plaag.

NB In de lezersreacties onderaan dit artikel worden tevens al spottend de verschillende betekenissen van het woord pieterman gebruikt.
Meer info over Pietermannen, klik hier hier.
Een stripboek van Marc Sleen: De Avonturen van Nero, bnr 105, De kleine pieterman.

Tegenwoordig gebruikt de farmaceutische industrie het gif van de pieterman om een anti-reuma middel te maken.

De pieterman is ook een smakelijke consumptievis. Uit wekelijkse visserijberichten in de kranten kan men afleiden, dat vóór de 2e Wereldoorlog er volop pieterman werd gevangen en aangeboden op de visveilingen. Het aantal kleine pietermannen is sinds de zestiger jaren sterk afgenomen, vooral door de intensieve visserij op garnalen, maar het aantal neemt de laatste jaren weer sterk toe, naar verluidt wordt di veroorzaakt door de klimaatveranderingen. Tegenwoordig wordt de pieterman in Nederland nauwelijk meer gegeten, mede vanwege de relatieve onbekendheid van de vis (in tegenstelling tot vroeger, zie onderstaande literatuurverwijzing van het Meertensinstituut). Wel zijn er nog een tweetal restaurants met die naam in Nederland, waarvan er in ieder geval één is, die naar eigen ondervinding, soms pieterman (de vis, wel te verstaan) op de kaart zet.
Recepten met pieterman:
- Gebakken grote Pieterman met een zalfje van koolrabi, groene aspergepunten, courgette met tomaat gegrild en gedroogde olijven.

Naamsvermelding/ literatuurreferentie door het Meertensinstituut:
Maria van Hongarije (1505-1558) maakte, net als veel andere hooggeplaatste bezoekers aan Den Haag, een uitstapje naar Scheveningen om de zee te zien. Bovendien maakte zij een vaartocht met de vissers. Op dat moment waren er echter alleen pietermannen te vangen. De vissers verboden haar deze vis met zijn giftige stekel aan te raken, maar de nogal eigenzinnige Maria van Hongarije wilde niettemin graag pietermannen eten en ze vond ze bijzonder smakelijk. Daarmee bracht ze een nieuwe mode onder de elite op gang, zo vertelt Coenen, want de eerder nogal versmade pieterman werd opeens een zeer modieus gerecht.
[Florike Egmond, Een bekende Scheveninger: Adriaen Coenen en zijn Visboeck van 1578, Scheveningen, Centrum voor Familiegeschiedenis van Scheveningen, 1997, p 17].


2. Pieterman = Sint Petrus/Sint Pieter
Het woord Pieterman kan ook een naamsafleiding zijn van Sint Petrus/Sint Pieter.
Sint Pieter is onder meer de patroonheilige van Vlaamse stad Leuven; in de middeleeuwen woonden de meest gegoede families allen rond de St.-Pieterskerk woonden en noemdenzich Pietermannen. Daarom worden de inwoners van Leuven ook nu nog pietermannen genoemd en vind je in die stad het woord pieterman op allerlei manieren toegepast in het maatschappelijke leven.
- De Leuvense bridgeclub heet Pieterman.
-Er bestaat een Orde van de Pietermannen, die het stadscarnaval met de verkiezing van het Prinsenpaar en de carnavalsoptocht organiseert.
- Pieterman of Peeterman was ook ooit een van de betere in Leuven gebrouwen volksbieren. De laatste Leuvense brouwerij die dat typische bier brouwde was brouwerij "De Eendracht". Zoals vele andere daarvoor, werd ook deze brouwerij door brouwer Artois overgenomen. Korte tijd later was het gedaan met de Peeterman. Te complex om te brouwen en te weinig omzet.

3. Pieterman = munten of geld
Pieterman, Peterman of Pieter was vroeger de naam van een gouden Brabantse munt. Deze werd op het eind van de Middeleeuwen, tussen 1370 en 142 geslagen te Leuven in (Vlaams) Brabant .
De benaming wordt verklaard door de afbeelding van de apostel Petrus/Pieter op deze munten, omdat hij de patroonheilige van Leuven is, de stad waar de munten werden geslagen. Later ging men de naam Pieterman ook gebruiken voor zilveren munten.
Modernere betekenis: een volkse benaming voor een gulden (toen die nog bestond) en soms nu ook voor euro's, vergelijkbaar met de woorden piek of pegel (Bargoens, 1914): 'Dat kost je wel 100 pietermannen’.

4. Pieterman = mannelijk geslachtsorgaan
Het is een van de vele aanduidingen voor het mannelijk geslachtsorgaan (de penis). Het werd al in de 17e eeuw gebruikt in de (volks) taal, zoals duidelijk wordt in onderstaand gedichtfragment uit de 17e eeuw van Mattheus Gansneb Tengnagel (1613-1652):
Bron: DNBL- Digitale bibliotheek voor de Nederlandse Letteren-

Get! 't zijn sulke zoete slooren,
Altijt goed, en nimmer quaed,
Kust'er after, kust 'er vooren,
'k Wed haer niet een grauw ontgaet.
Maer het wijf dat doetme vreesen,
Als se kracht krijgt uyt de kan:
Sy behoord' de weerd te wesen,
Doch se heeft geen pieterman:
Die en isser niet gegeven;
Maer se weet een loutre plaets,
Daer der wel een door kan streven.

Betekenis van de laatste 4 zinnen:
Maar zij heeft geen pieterman;
die is haar niet gegeven;
maar zij weet een goed plaatsje
waar er wel een (pieterman) doorheen kan gaan
.

5. Pieterman = bouwkundig begrip
Een veel minder bekende betekenis is pieterman als een tweetal bouwkundige elementen:
- een losse, halfronde lat in houten raamroede
- een afstandlatje tussen betonbekistingen (ook pieleman)
Het is mij onbekend waarom men deze onderdelen een pieterman is gaan noemen. Misschien omdat de vorm - een halfrond latje - doet denken aan een mannelijk geslachtsorgaan en zeker in de bouw wil men nog wel eens een dubbelzinnige benaming gebruiken, zo wil het cliché.

6. Pieterman = geografische/plaatsaanduiding
Zoals is te lezen in Familienaam is in Zuid-Holland de familienaam Pieterman ook verbonden met een plaatsnaam; er zijn buiten Nederland ook andere geografische aanduidingen waarin de naam Pieterman(n) of Peterman(n) is gebruikt. Deze plaatsnamen zullen veelal zijn afgeleid van een bestaande familienaam uit de omgeving. Enkele vooorbeelden die ik heb gevonden zijn:
- Pieterman was een andere naam voor het dorp Heeroudelandsambacht; zie hiervoor onder Familienaam.
- Pietermanns-fontein (ook Peterman, Petermann of Zandhoek) Caledon, Africa; hier worden prehistorische vondsten gedaan.
- Petermann, Northern Territory, Australia

7. Pieterman = koosnaam of patroniem
Veel geslachtsnamen zijn terug te voeren tot voornamen. Ook eindigt een groot aantal achternamen op 'man'. Bij een belangrijke groep namen wordt het woord 'man' gekoppeld aan een voornaam. Het geheel blijft dan nog een voornaam, maar is dan als geslachtsnaam aangenomen. Dit aan elkaar plakken van een voornaam en het woordje 'man' schijnt in de middeleeuwen een alom verbreide gewoonte te zijn geweest. We spreken nu nog over Janneman of Pieterman. Vanwaar deze gewoonte stamt is niet met zekerheid te zeggen. Dragen Janneman en Pieterman nog het karakter van koosnamen, onwaarschijnlijk is dat onze voorouders de lieftalligheid zo ver dreven, dat ze van elke naam zulk een koosnaam maakten. Het meest aannemelijke is dat dit 'man' een vervorming is van het oudgermaanse mond of mund (vergelijk Edmond, Egmond, Witmond) dat de betekenis had van: beschermer, bewaker. Zo kan de voornaam Witte de toevoeging 'man' hebben gekregen en als geslachtsnaam zijn aangenomen. (Uit de encyclopedie van namen door A. Huizenga)

8. Pieterman = Zwarte Piet of Pietermanknecht
Zwarte Piet was vroeger de zwarte knecht van Sinterklaas en wordt nu meer gezien als de slimme acrobatische hulp van Sinterklaas. Zwarte Piet is gekleed in een soort pagepakje uit de zestiende of zeventiende eeuw met een pet met veer en heeft zwarte krullen en een rode mond.

Volgens de traditie komt Zwarte Piet tijdens het Sinterklaasfeest in december de cadeautjes brengen. Hij klimt door de schoorstenen van de huizen wanneer de mensen slapen. Dit kan een reden zijn waarom Zwarte Piet 'zo zwart als roet' is.

Zwarte Piet is een kindervriend, dit en het verspreiden van snoepgoed is een van de belangrijke taken. Het strooien van pepernoten en ander strooigoed is zijn specialiteit. Verder treedt Zwarte Piet op als hulp van Sinterklaas om bijvoorbeeld zijn boek of staf vast te houden. Sommige Pieten kunnen ook heel goed jongleren, op handen lopen of op een eenwieler fietsen. Tijdens pakjesavond bonst Zwarte Piet hard op de deur en laat zakken met cadeautjes achter.

Oorspronkelijk had Sinterklaas slechts één helper. Gaandeweg de twintigste eeuw bedacht men dat als één Zwarte Piet leuk is, een heleboel Zwarte Pieten nóg leuker zou zijn. Sindsdien wordt Sinterklaas vergezeld door vele Pieten, tegenwoordig vaak met ieder een eigen taak. Terwijl Sinterklaas altijd statig en gedistingeerd is, gedragen de Pieten zich als acrobaten en grappenmakers die vaak kwajongensstreken uithalen.

Zwarte Piet droeg eerder een roe en een zak met snoepgoed. Sommige kinderen zijn bang voor Zwarte Piet. Dit kan aan zijn uiterlijk liggen, of aan dreigingen van ouders dat Zwarte Piet stoute kinderen in de zak mee zal nemen naar Spanje. Heden ten dage heeft Piet geen roe meer bij zich en is hij een kindervriend; mede door de televisieseries is Zwarte Piet geen boeman meer.

Vroeger de tegenpool van Sint en boeman voor kleine kinderen, tegenwoordig Sints onmisbare rechterhand, zwart geworden door al dat geklauter in schoorstenen (wie zou daar niet zwart van worden?).
Nicodemus: De oorspronkelijke handlanger van Sinterklaas, een bijbelgeleerde die vooral 's nachts actief was. Omdat Nicolaas en Nicodemus tijdens de nachtelijke avonturentochten niet betrapt wilden worden, gaf Sinterklaas aan het manusje-doet-al de opdracht om zijn gezicht zwart te schilderen, dan zouden kinderen de pieterman (dit is: de knecht) niet herkennen en kon hij, als een duvel uit een doosje, tevoorschijn komen en weer verdwijnen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Zwarte_Piet

In de 17e en de 18e eeuw was het mode bij de Europese elite om Moorse pages als personeel te hebben. Italiaanse jongetjes deden lange tijd hier dienst als schoorsteenvegers; ze kropen door de rookkanalen voor hun werk, vandaar de roe om de schoorsteen schoon te maken en de zak om het bijeengeveegde roet in te verzamelen. In de 17e eeuw en daarna was het in ons land op sommige plaatsen in december of later de gewoonte dat jongemannen met zwartgemaakte gezichten joelend over straat gingen en op deuren bonsden (boze geesten?). Op de waddeneilanden wijkt het feest sterk af van wat in de rest van Nederland gebruikelijk is. Hier viert men rond 5 december Sundeklaas; vooral op Ameland een traditioneel feest, dat meer aan Halloween doet denken. In de straten lopen de mannen gemaskerd en verkleed rond als 'Sinteromes', 'Klaasomes', 'Sunderums' of 'Sunderklazen' rond. Vrouwen en kinderen moeten binnenshuis blijven. Wie buiten komt krijgt 'slaag'. De uitdaging is, om toch buiten te lopen en de mannen te ontwijken. an oorsprong een midwinterviering ter verdrijving van kwade geesten. De "Sunderums" waren demonische figuren, verklede en vermomde jongens en mannen met rammelende kettingen en op koehoorns toeterend.
En naast 'm stond Pieterman-knecht maar dat was helemaal geen Pieterman knecht... 't Was tante Jo... Zag ik meteen want die die had een paar dingen die ik nog nooit bij Pietermanknecht gezien had....'
'And next to him was Black Pete the helper, but that wasn't Black Pete at all.. That was aunty Jo.. I saw that immediately because she had a few things (i.e. jugs) that I'd never seen on 'Black Pete' before....'

II. Pieterman in liedteksten en streekgedichten
Behalve in bovenstaande prozateksten en gedichten komt het woord pieterman ook voor in enkele oudere en modernere liedteksten, die ik vond op internet:

A. De nozem en de non van Cornelis Vreeswijk
De troebadoer Cornelis Vreeswijk is in 1937 in Nederland geboren en emigreerde in 1949 met zijn ouders naar Zweden. Daar bouwt hij een succesvolle carriere als zanger op. In 1966 wordt Vreeswijk uitgenodigd door de Vara voor een TV-optreden in Nederland. De single De Nozem en de Non wordt voor het eerst uitgebracht, maar haalt niet de hitparade. Dat gebeurt pas in 1972.
In de liedtekst is de heer Pieterman een toonbeeld van vrijdenkendheid en verdraagzaamheid!
Klik hier voor het lied met muziek op Youtube.

De Nozem en de Non

Niemand ter aarde weet hoe het eigelijk begon
Het droevige verhaal van de nozem en de non
Van de nozem en de non
Vroeg in het voorjaar ontmoeten ze elkaar
Hij keek in haar ogen en toen was de liefde daar
Ja toen was de liefde daar

Sterk is de liefde tijdelijk althans
De non vergat haar plichten zelfs haar rozenkrans
Ze vergat haar rozenkrans
Met zijn zonnebril en zijn nauwe pantalon
Verwekte ons nozem de hartstocht van de non
Ja de hartstocht van de non

Het is wel te begrijpen het gebeurt toch elke dag
De nozem was verloren toe hij in haar ogen zag
Toen hij in haar ogen zag

Ze liepen in het plantsoen in de prille lentezon
En kussen bij de vleet kreeg de nozem van de non
Kreeg de nozem van de non

Een zekere juffrouw Jansen sloeg hun gaande door de ruit
Wist niet wat ze zag en haar ogen puilde uit
Ja haar ogen puilde uit

Een zekere Heer Pieterman keek neer van zijn balkon
Hij keek stom verbaast naar de reacties van de non
De reacties van de non

Leve de liefde zei Pieterman galant
Maar juffrouw Jansen die belde naar de krant
Ja die belde naar de krant

Maar daar dacht een ieder dat ze het maar verzon
Dus ging ze naar de kapelaan en verklikte daar de non
en verklikte daar de non

Dat zei de kapelaan is weer des duivelswerk
Zo gauw ik er niet bij ben belazert hij de kerk
Dan belazert hij de kerk

Dankzij Juffrouw Jansen en de kapelaan
Maakte de politie er een einde aan
Ja er kwam een einde aan

Want ze liepen namelijk zo maar op het gras
En de politie zei dat dat verboden was
Dat het gras verboden was

De non en de nozem die gingen op de bon
Een schop kreeg de nozem de zenuwen de non
Ja de zenuwen de non

Niet om het een of ander maar omdat het niet kon
Eindigde de liefde van de nozem en de non
Van de nozem en de non

Volgens Aristoteles weegt een zoen niet zwaar
Letterlijk uitstekend figuurlijk zelden waar
Vraagt de non er maar eens naar

B. Een streekgedicht uit Waterland, Noord-Holland
Ik vond dit streekgedicht en een gedachtewisseling over de betekenis ervan in het voorjaar van 2011 op een internetforum. Het gedicht is opgediept door iemand, die bezig is met om een boekje aan het redigeren over oude streekgedichten en -verhalen.

Dit levertje is van een Haan, en van geen Pieterman,
De meisjes dragen de Schuitjes, en wy daar de gieter van.
Gaan wy eens zeilen, sy komen te hullup
Wy halen de Schoot aan sy setten de Lul op;
Dan varen wy voor de wint na Buiksloot toe.
Daar eet men een posje, maar men gebruikter geen brood toe.

Over de betekenissen van de (scheeps) termen worden de volgende opmerkingen gemaakt:
- In het gedicht komt de term lul tegen, het synoniem (in dit geval) voor een zogeheten kluisstok. Die kluisstok zou iets te maken hebben met het stagzeil van vissersboten in Waterland en omstreken. Maar wat dan precies? Wat doet (deed) die stok met het stagzeil? Want Google geeft maar heel weinig verwijzingen naar kluisstok waar men een goede beschrijving uit kan halen (doch opvallend veel naar lul...). Volgens Vaartips werd het stagzeil zelf als lul betiteld, terwijl in het oude gedicht en de bijbehorende tekst de indruk wordt gewekt dat het gaat om een of ander instrument of ding dat het stagzeil bedient: de kluisstok (of lul). Kan me uit de het gedichtje en de term 'kluisstok' voorstellen dat het gaat om een soort van fokkeloet, een fokkeboom die tussen de schoothoek van het voorzeil en het kluisgat van het anker (of een soort verhaaloog in het boord) werd gezet.-
Zij eindigen de gedachtenwisseling met: 'Het is opmerkelijk dat ondanks onze typische Nederlandse voorliefde voor bargoense maritiem-erotische benamingen (kloten, wrikken, dooskiel) de lul kennelijk in vergetelheid is geraakt.'

Ik ben geen kenner van dit soort streekgedichten maar ik ben het wel eens met de laatste opmerking dat er een dubbelzinnige bedoeling in dit gedicht lijkt te zitten. Zo zijn een (knor) haan en een pieterman inderdaad noordzeevissen maar deze woordenhebben ook een erotische betekenis (de mannelijke hanigheid en geslachtsorgaan). Dat geldt ook voor de gebruikte scheepstermen die allemaal dubbelzinnig kunnen worden uitgelegd vanwege hun vorm of het woord zelf. Om nog maar te zwijgen van de zin: - het voor de wind (langzaam) varen naar Buiksloot toe-.

C. Streeklied Het Scheveninger meisje
Ook dit lied/gedicht lijkt een erotische strekking te hebben waarbij er sprake is van de dubbele betekenis van pieterman als vis en mannelijk geslachtsorgaan.

Het Scheveninger meisje

Daar kwam eens een meisje bij Scheveningen aan,
Die had er een mandje met vis belaân,
Zij riep er gewis, wie koopt er mijn vis,
'k Heb haring en rog die nog levendig is.

Een snaakje dat uit er zijn venstertje lag,
Hij knikte dat meisje van goedendag,
Hij riep vol plezier, "Zeg zus hoor eens hier,
Verkoop mij een scholletje, drie of vier."

Wil bruidje u knikken, wie maakt je zoo groen,
"Wat hagel sinjeurtje, wat wil je mij doen",
"Je draait mij een loer, jou olijke boer,
Wil je niet verkoopen, loop dan naar je moer".

"Ik wil wel verkoopen, maar gij vraagt naar schol",
"Wel meisje, heb jij dan uw mandje niet vol",
"Ja haring en rog, die heb ik genog,
Geloof mij sinjeurtje, ik heb niet verkocht".

"Maar allemaal haring, daar heb ik niets aan,
Hebt gij bijgeval geen pieterman",
"Ik heb er nog twee, en de mijne is drie",
"Ik geloof niet sinjeurtje, voordat ik het zie".

"Ei, kom dan maar binnen, dan maak ik me los,
Wat heeft u dat zootje aan 't strand wel gekost ?",
"Een gulden mijnheer, dat geef ik er voor",
"Geef jij maar twee guldens, dan heb je ze hoor".

De snaak die niet bleu was trok frisch van leer,
De meid riep verlegen:"Foei schaam je mijnheer,
Als gij het niet laat, mij vrij dan verstaat,
Dan roep ik jandomme de meischjes van straat".

Maar of sinjeurtje gek was, hij achtte het niet,
Hoe meer dat hij stompte, hoe meer dat zij riep,
"Jandomme schei uit, betaal maar geen duit,
Laat mij voor die satan, de kamer maar uit".

"Zij stil jou kaszoutje, ik heb al gedaan,
Daar heb je twee gulden, nu kun je weer gaan,
Als Jacob nu zegt, mijn aardige meid,
Dan moet gij maar zeggen, mijn vis ben ik kwijt".

Verlof Scheveningster, die haring verkoopt,
Ik raad je dat ge, met geen pieterman loopt,
Bij vrijers of man, dan hebt ge nog kans,
Te proeven een levende pietermans.

D. De 19e eeuwse centsprent 'Mijnheer Pieterman en zijn hond Tiras'
De centsprent Mijnheer Pieterman en zijn hond Tiras is prent 42 van de 19e eeuwse prentbundel Munchener Platen die in het totaal 147 prenten met Nederlandse teksten bevat.
Deze prent bestaat uit 17 kleine houtgravures, scenes met (Nederlandse) onderschriften en vertelt het volgende - tragische- verhaal:
Mijnheer Pieterman traint zijn onwillige hond Tiras voor de jacht en wordt door de hond uit het water gered. Per ongeluk schiet Pieterman zijn jachthond dood.

Deze prentbundel werd samengesteld en uitgegeven te Munchen door Kaspar Braun (1807-1877) en Friedrich Schneider (1815-1864). Zij begonnen rond 1848 met de uitgave van een reeks centsprenten in houtgravure, die zij bundelden in Münchener Bilderbogen.
Omstreeks 1840 waren de Duitse drukkerijen voor centsprenten overgegaan op lithografie en werden deze prenten een massaproduct. Alleen door grote oplagen en een ruim verspreidingsgebied kon de kostprijs laag blijven, vandaar centsprenten.
Braun en Schneider stelden zich echter tot doel met de Münchener Bilderbogen prenten te produceren die naar vorm en inhoud van hoog artistiek nivo waren en die niet alleen voor kinderen en de lagere volksklassen aantrekkelijk waren. Zij wilden voor een geringe prijs verantwoord lees- en kijkmateriaal bieden gericht op het amuseren, informeren en ontwikkelen van de kopers.
Braun en Schneider trokken geschoolde kunstenaars aan zoals Wilhelm Busch, Ernst Frölich en Lothar Meggendorfer die tientallen prenten voor het fonds leverden. In totaal hebben 138 kunstenaars 1230 verschillende prenten geleverd die in grote oplagen op de markt kwamen en meestal enkele malen werden herdrukt. Tot aan 1898 kwam er eens in de veertien dagen een nieuwe prent uit.

Vanaf 1857 tot ca 1900 werden een aantal Münchener Bilderbogen in een Nederlandse versie onder de titel Munchener Platen verkocht, maar het succes hiervan was niet erg groot. Redenen hiervoor zijn:
- In verhouding tot de meeste kinderprenten (in lithografie) waren de Münchener Bilderbogen duur: 5 cent voor ongekleurde en 10 cent voor gekleurde prenten. Het prijsverschil werd veroorzaakt doordat houtgravures duurder zijn en omdat deze, door geschoolde kunstenaars, gemaakte prenten een artistieke meerwaarde bezaten .
- Wellicht werden de in houtgravure uitgevoerde prenten als ouderwets ervaren vergeleken met de prenten in lithografie die vanaf de jaren 1860 op de Nederlandse markt verschenen.
- De Duitse humor liet zich vaak moeilijk in het Nederlands vertalen of sprak helemaal niet aan, met uitzondering van de prenten van Lothar Meggendorfer en Wilhelm Busch, die hun humor in de voorstellingen legden.
Bron: bron SGKJ/AGJMBorms

 

 






 

Disclaimer | Copyright 2009-2011 ©Ingrid Pieterman
Naar boven